Print this page

Gay & Lesbian Summer Film Festival 2016

By Alex van Hulst donderdag 15 sept 2016 4531

 

In 2016 vond de tiende editie plaats van het Gay & Lesbian Summer Film Festival. Onder de doelgroep inmiddels een must-see in Rotterdam. Hoogste tijd om het festival eens nader onder de loep te nemen. We spreken met Jos Heeneman, al vanaf het begin bij het evenement betrokken, over de ontwikkeling die het festival heeft doorgemaakt.

Gefeliciteerd, tien jaar Gay & Lesbian Summer Film Festival. Hoe is het idee voor een roze filmfestival in Rotterdam ontstaan?

Jos: “We doen het in festivalvorm en met de maandelijkse films op dinsdag, sinds 2006. We zijn begonnen onder de naam Beefcake. Het COC Rotterdam constateerde dat er wel erg weinig LHBT-aanbod op het grote doek te zien was, en benaderde ons voor een mogelijke samenwerking. Beefcake was vóór en dóór Rotterdamse homo’s en lesbo’s, en we werkten destijds nog met gastpresentatoren. Zij mochten zelf een LHBT-film uitzoeken, voorwaarde was wél dat de ze een voor- en nawoord zouden verzorgen. Het was een mooie tijd met een lange tafel in de foyer van het theater (destijds nog Lantaren ‘t Venster, red) met mooie en lange discussies na afloop van de film. In 2014 nam Cinemien (de distributeur van LHBT-films, red) de organisatie over, en ging het onder de naam Gay & Lesbian Summer Film Festival landelijk. Nu draaien de films in twaalf steden. Alleen Amsterdam heeft met de Roze Filmdagen een eigen – goedlopend – filmfestival. ”

In 2010 verging de wereld. LantarenVenster verhuisde naar ‘zuid’.

Jos: “Klopt. Dat was een schok voor heel veel mensen. Van het intieme, ‘warme’ theater aan de Gouvernestraat, naar de (toen nog) kale doos op de lege Kop van Zuid. Columniste Carrie (in Rotterdam welbekend om haar kritische noot) sprak er schande van: het culturele boegbeeld verlaten en ‘de brug’ over. Maar de keuze was wel begrijpelijk. Men wilde naar een groter theater met grote kamerbrede schermen, en met meer comfort en veiligheid. En uiteindelijk viel de overstap ook erg mee. De mensen bleven komen en op de nieuwe locatie hadden we twee voordelen: de aanwezigheid van een restaurant én de mogelijkheid van loungen. Met name dat laatste bleek te werken. Het ‘nieuwe uitgaan’ trok een heel nieuw publiek. Ook bleek het een grote aantrekkingskracht op de doelgroep op Rotterdam-zuid te realiseren, zeker sinds de nieuwe brug tussen de Wilhemninapier en Katendrecht er is.”

Oude en nieuwe (mouse-over) huisvesting van het LantarenVenster.

Waar gaat het heen?

Jos: “Moeilijk te zeggen. De bezoekersaantallen van het LantarenVenster zijn de afgelopen jaren alsmaar gestegen, en ook de bezoekersaantallen van de maandelijkse GayFilmNight en het festival blijven goed en stabiel. Wel zijn we aan het bekijken hoe we jongere bezoekers naar de LHBT-programmering kunnen krijgen. En persoonlijk zou ik ook graag de intieme sfeer met gastpresentatoren weer willen terug brengen. De discussies na afloop van de films mis ik ook wel een beetje. Daarnaast is LantarenVenster ook online actief. Liefhebbers kunnen nu ook thuis vanuit hun luie stoel de films bekijken. Persoonlijk zie ik nog steeds het liefst een film in een bioscoop samen met andere mensen, maar er is toch een grote doelgroep voor thuiskijken.”

Is het soort film in de loop der jaren veranderd?

Jos: “De films zijn vooral uitgesprokener geworden. Vroeger hadden ze vooral een maatschappelijk thema, het ging vaak over potenrammen of over mensen met HIV/aids. Wat we nu veel meer zien is dat films over relaties gaan, of over keuzes in het leven die gemaakt worden. Homoseksualiteit als onderwerp lijkt steeds meer een bijzaak te worden. De trend is ook dat films wat rauwer zijn worden. Vorig jaar stond er een film van de omstreden filmmaker Larry Clark geprogrammeerd. Deze regisseur is bekend van filmproducties met rauwe en nogal expliciete beelden. Na afloop van de film kwam er boos publiek naar mij toe. Men vond dat dit absoluut niet kon.
Wat we ook zien is dat er de laatste jaren ook steeds meer transgenderfilms bij zijn gekomen. Je merkt dat dit thema maatschappelijk steeds meer aandacht krijgt. En LantarenVenster is een arthousetheater, dus we zullen de maatschappelijke trends ook blijven volgen.”

Het nieuwe en oude (mouse-over) interieur van LantarenVenster.

Doen jullie onderzoek naar het soort films wat jullie programmeren?

Jos: “Jazeker. Samen met Roderik Lentz (programmeur LantarenVenster, red) bespreken we na afloop van het festival altijd hoe de opkomst is en wat de reacties zijn. We houden een scorelijst bij, en koppelen dat ook altijd terug naar Cinemien.


Dan heb je dus ook een beeld bij welke films goed lopen en welke minder?

Jos: “Uiteraard hebben we daar een beeld bij. Wat we zien is dat de mannenfilms tijdens het festival een goed publiek trekken. De opkomst bij vrouwenfilms is wat wisselender, de ene keer zit de bomvol, de andere keer zijn er maar weinig bezoekers. Wat we ook zien is dat vrouwen regelmatig de mannenfilms bezoeken, maar andersom eigenlijk nauwelijks. En dat is jammer, want de vrouwenfilms zijn vaak echt wonderschoon.” 

Je noemde Roderik al. Hoe ziet de rest van de organisatie er uit?

Jos: “Roderik is programmeur, ik ontvang de bezoekers voorafgaand aan de films en verzorg de promotie. Daarnaast maken we dankbaar gebruik van de ruim 70 vrijwilligers die LantarenVenster dagelijks ondersteunen.”

Tot slot: heb je nog een tip voor bezoekers van het festival?

Jos: “Jazeker: wat de mensen zeker moeten gaan zien is de film Girls Lost. Zelf ben ik zeer nieuwsgierig naar Tru Love, en kijk uit naar Departure. Ik ben een Anglofiel dus hou van Britse films. Weg van de Kerk belooft ook weer de nodige discussie op te roepen, en daar hou ik van. Praat met elkaar! Ach, eigenlijk is de hele programmering erg goed. Er zitten zeker dit jaar geen mindere films tussen!”

Rate this item
(0 votes)
Last modified on dinsdag, 30 juli 2019 22:48

Related items